Ik ben aan het lezen in een boekje dat een vriendin me gaf: De reis van je hoofd naar je hart, van Leo Fijen. Hij beschrijft hoe hij trager wilde leven en dichter bij de stem van zijn hart wilde komen. Hij sprak met kloosterlingen, omdat ze ‘ons de diepere betekenissen van het alledaagse tonen, omdat ze ons lessen in levenswijsheid kunnen leren’.
Trager leven, dat wil ik ook. Vaak hol ik erop los. Voel ik onrust, omdat er nog zoveel te doen is. We zijn allemaal druk. Het definieert het bestaan, lijkt het wel. Ik ren dus ik besta, om het in een parafrase op René Descartes’ ‘Ik denk dus ik besta’ te zeggen. En de coronatijd heeft dat misschien nog wel versterkt. Het is rustiger, er zijn minder activiteiten, dat wel. Maar innerlijk is er bij veel mensen toch onrust. Ook bij mij.
De reis naar rust is niet uitgestippeld. We moeten, we mógen hem zelf ontdekken. Het is een reis van durf, confrontatie, ontdekken en afdalen in je hart. Dat is de levenswijsheid van David Hodges, trappist van de abdij op Caldey Island, Wales.
Reis zonder landkaart
Durf te beginnen
aan de langste reis in een mensenleven,
van je hoofd naar je hart.
Ga de confrontatie aan
met weggestopte herinneringen en angsten,
vertrouw alleen je hart
als je de nacht ingaat
en de schaduwen van je leven
onder ogen ziet en uit het donker tevoorschijn haalt.
Ontdek dat al je verdriet wordt genezen,
al je angst van je weggenomen,
en je fantasie weer alle ruimte krijgt
door de tedere kracht van de liefde.
Je hart wordt weer een veilige plaats
van geluk en schoonheid,
van stil en verborgen verlangen
naar het moment dat je ziel vleugels krijgt.