Overweging van zondag 22 maart

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Wat gebeurt er allemaal? Dat vraag je je momenteel wel af. Het is maar moeilijk te bevatten dat er nu hele landen op slot zitten, dat zoveel mensen ziek zijn en dat er zovelen sterven.Veel mensen zijn angstig. Wanneer zal het virus mij treffen? Slaat het mij misschien over? We weten het niet. Voor de zekerheid slaan we maar van alles in. Je weet maar nooit.

In het begin dachten de meeste mensen nog dat het zo’n vaart niet zou lopen. Maar toen werd wel duidelijk dat dit veel groter is dan we ooit hadden kunnen denken. We moeten ons levensritme aanpassen, winkels en scholen dicht, thuis werken. Geen fysiek contact. We kunnen steeds minder. De wereld ziet er elke dag anders uit.

En dan lazen we vanochtend over het volk Israel. Ik denk dan: het kan dus altijd erger. Want dat volk werd als slaven behandeld. Afgebeuld werden ze. Ik kan me voorstellen dat daar mensen van de uitputting stierven, van het gebrek aan eten. En misschien ook wel van de uitzichtloosheid. Altijd maar werken, er komt geen einde aan. Slavenarbeid.

Ze hoorden een paar hoofdstukken hiervoor dat God zich hun lot aantrok. En ze geloofden het. Er staat: ze knielden en ze bogen diep neer.

Eindelijk. Hoop.

Maar de farao voert de druk op. Ze moeten zelf het hele land door om ingrediënten voor de stenen die ze moesten bakken te verzamelen, maar wel dezelfde productie draaien. Nu geloven ze de belofte van God niet meer. Wat moet dat volk zich machteloos hebben gevoeld. Niet zozeer angstig en onzeker over welk onheil je treft, zoals dat nu voor ons is. Maar murw door de voortdurende onderdrukking.
Ik probeer me in te denken hoe dat voelde. Iets daarvan komt naar boven in het lied dat we zongen. Go down, Moses. Dat lied is een negro spiritual. Het is gemaakt door de slaven die op de plantages werkten in het Amerika van de 19eeeuw. Het was een uitzichtloos bestaan. Vaak zijn de teksten van de spirituals, gebaseerd op oudtestamentische teksten. Profetieën over een betere toekomst, of zoals hier, met hoop op bevrijding. Als je weet tegen welke achtergrond die liederen zijn gemaakt, kun je de diepte van de hoop beter vatten.
Ook mensen, nu, lijken soms wel op dat volk Israël. Het gevoel dat je klem zit. Dat wat er ook gebeurt, dat je alleen maar in de spiraal naar beneden gaat. Klem aan de Griekse grens, klem in Afrika.

Misschien hebben mensen in ons land dat punt nu al bereikt met de coronacrisis. Als je bedrijf het al lastig had en je inkomen nu helemaal wegvalt, bijvoorbeeld. Voor anderen is dat punt nu nog niet bereikt. Maar ik moet ook denken aan mensen die al langer zo’n moedeloos gevoel hadden, zoals de vele Nederlanders met problematische schulden. Dat kan zo verstikkend zijn. Je hebt het gevoel dat je verdrinkt. Je kunt niet meer verder kijken dan het hier en nu. Dan durf je niet eens je post meer open te maken. Bang voor de aanmaningen. En daarmee zie je ook niet dat er een keer goed nieuws tussen de post zit.

In zo’n situatie komt Mozes binnen bij de Israëlieten. Hij is de leider die de woorden die hij van God hoorde, doorgeeft. Een leider die zich beschikbaar stelt. Met het nodige tegensputteren, dat wel. Maar uiteindelijk wil hij gaan. Hij is de boodschapper, de postbode.
Het bijzondere in deze tekst vind ik dat Mozes op gelijke voet komt te staan met de farao. De farao werd in die tijd gezien als een god. Ons systeem is heel anders. Het is veel gelijker. De farao stond ver boven de mensen, was een krachtig leider, die geen tegenspraak duldde.
God zegt hier tegen Mozes dat hij ervoor zal zorgen dat Mozes als een god voor de farao staat. Even hiervoor in hoofdstuk 4:16, zegt God tegen een Mozes die zich onmachtig voelt: Aäron zal in jouw plaats het volk toespreken. Hij zal jouw mond zijn, jij zult zijn god zijn. In de tekst van vanochtend krijgt Aäron dus een upgrade. Hij is niet alleen de mond van Mozes maar wordt de profeet van Mozes. En ook Mozes krijgt een upgrade. Mozes is niet alleen de god van Aaron, maar zal als een god voor farao staan. Hij wordt als het ware de gelijke van de farao.
Die overtuiging heeft Mozes niet van zichzelf. Mozes vond zichzelf maar een ongeschikt figuur. Maar hij voelt en ervaart dat God vertrouwen in hem heeft. Dat geeft kracht. Mij zegt dit: Als iemand zoveel vertrouwen in je heeft, dan doet dat wat met je. Als je denkt dat je niks kunt, dan sta je daar ook met gebogen schouders. Maar Mozes hoort een stem die hem rechtop laat staan.
Hij spreekt de farao toe als een gelijke. Mozes is de boodschapper van God. Zijn postbode. De farao wordt niet naar beneden gehaald, maar Mozes wordt opgetild. Hij komt op gelijk niveau.

Dat zegt mij dat we nooit hoeven te denken dat we te klein zijn of te onbetekenend om iets te kunnen doen. God kan vertrouwen geven als wij ons inspannen om het goede te doen. Want wat gebeurt er als iemand zoveel vertrouwen in jou uitspreekt, als iemand zegt dat je op gelijke voet staat met iemand tegen wie iedereen opkijkt? Dan geloof je het ook zelf en ga je er naar gedragen.
Zo is het ook nu. Ook in de huidige crisis zijn we nooit te klein om verschil te maken. Er is weer meer oog voor de ondergewaardeerde beroepen. De schoonmakers, de verpleegkundigen, de juffen en meesters op de scholen die nu al hun creativiteit inzetten om de leerlingen te laten leren.

Geweldig.

Lieve mensen. We zijn op weg naar Pasen.

Als je met Jezus op weg gaat naar Pasen, moet je je post open maken. Tussen alle ellende in zijn er boodschappen van hoop te vinden. Berichten die moed geven aan wie moedeloos is geworden. Er is hoop voor de toekomst.

Misschien geloven we er zelf niet altijd in en hebben we allerlei bezwaren, zoals Mozes. Laten we er dan toch maar op vertrouwen dat God wel vertrouwen heeft in ons.

Net als Mozes en Jezus zijn we soms zelf een postbode. Dat is een belangrijk beroep. We hoeven niet allemaal de grote dingen te doen, maar we kunnen allemaal om ons heen kijken. Waar kun je iets doen? Een kaartje sturen, iemand helpen, of doorgeven aan de kerkenraad dat er iemand om hulp verlegen zit. Ook dat is leiderschap.

Zo kunnen we met elkaar een weg vinden om te gaan. Een weg naar het leven. Leven in vrijheid, in heelheid, in verbondenheid. Die weg, die reis, die is de moeite waard.

MvD
22 maart 2020